Nederlands

Leg onderstaande zaken klaar en voer de opdrachten stap voor stap uit. Veel succes!

- NE wb
- NE tb
- woordenboek
- werkblad

- pen of potlood


NEDERLANDS: uitdrukkingen (deel 1)

1) Bekijk onderstaand filmpje: luister aandachtig naar het verhaal dat de juf vertelt.




2) Neem het werkblad. Beluister het verhaal (= filmpje hierboven) van de juf opnieuw en noteer minstens drie spreekwoorden/uitdrukkingen die de juf gebruikt in haar verhaal. Je mag het filmpje meerdere keren beluisteren en ook tussendoor op pauze zetten.



3) Bekijk het filmpje hieronder en voer de opdracht uit.

WIJZIGING: Je zal minstens 1 uitdrukking moeten opzoeken in het 'papieren' woordenboek en minstens 1 uitdrukking via een online woordenboek. In het totaal moet je 3 uitdrukkingen verklaren.



Als je klaar bent, klik dan hier om de correctiesleutel te bekijken. (Als je een foutje maakte, is dat niet erg, maar schrijf het juiste antwoord er wel bij met groen!)


 
4) Bekijk het filmpje hieronder en voer de opdracht uit. 
Let op: Je verhaal mag niet langer dan 1 minuut duren.



LET OP: Iedereen moet deze keer werken met de app 'dictafoon'. Neem een spraakbericht op en verander daarna de naam van het bestand naar jouw naam. Straks gaan sommige klasgenoten jouw spraakbericht beluisteren, dus zorg dat je luid en duidelijk spreekt.



5)  Bekijk het filmpje hieronder en voer de opdracht uit.



Hierna ga je naar https://www.menti.com/pr3q1g4xn9. Vul je naam in, de uitdrukking die je in je verhaal gebruikte en de betekenis ervan.

--> De andere oefeningen in het werkboek moet je dus NIET maken (je maakt dus enkel oef. 5 en 6).


NEDERLANDS: T10 les 1

1) Lees hard taalboek p.87 t.e.m. 90.

2) Maak wb p.98 t.e.m. 101.


NEDERLANDS: uitdrukkingen (deel 2)


1) Neem je werkboek van Nederlands op p.91 en lees opdracht 7 aandachtig. 


2) Bekijk onderstaand filmpje en volg daarna de instructies onder het filmpje.





3) Neem een iPad en beluister het spraakbericht van je klasgenoot.

4) 
Beluister het verhaal aandachtig. Evalueer dit verhaal door oef. 7 in je werkboek in te vullen. Je mag het verhaal meerdere keren beluisteren.

5) Neem het werkblad van de les rond uitdrukkingen. Je hebt de achterkant nodig.


6) Beluister 2 andere verhalen (naar keuze)* en vul op het werkblad telkens de naam van je klasgenoot in en de uitdrukking die hij/zij gebruikte in zijn/haar verhaal.

* Je mag de verhalen meerdere keren beluisteren.

7) Zoek de betekenissen van die uitdrukkingen op (1 in een woordenboek, 
1 op internet) en noteer die in de rechterkolom van de tabel.

9) Sluit alle internetpagina's af. Sluit tot slot alle apps af. (Dubbelklik hiervoor op de startknop en 'swipe' elke app naar boven.)

Geen opmerkingen: